Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Paprika

Vertaal Paprika van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Paprika:
- peppar
Wiktionary:
- Paprika → paprika
- Paprika → paprika

Duits

Uitgebreide vertaling voor Paprika (Duits) in het Zweeds

Paprika:

Paprika [der ~] zelfstandig naamwoord

der Paprika
peppar
- peppar [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Paprika:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
peppar	Paprika	Pfeffer

Synoniemen voor "Paprika":

Paprikaschote; Gemüse; Grünzeug

Wiktionary: Paprika

Paprika

noun

nur Maskulinum, kPl.: Gewürz in Pulverform, das scharf oder mild ist
- Paprika → paprika
nur Maskulinum: kurz für Paprikaschote
- Paprika → paprika
Gemüsepflanze mit hohlen Früchten, die grün, gelb oder rot sind
- Paprika → paprika

Cross Translation:

From	To	Via
• Paprika	→ paprika	↔ bell pepper — spicy-sweet vegetable
• Paprika	→ paprika	↔ paprika — spice
• Paprika	→ paprika	↔ paprika — condiment
• Paprika	→ paprika	↔ poivron — plante annuelle de la famille des solanacées originaire d'Amérique du Sud et Amérique centrale, cultivée comme plante potagère pour ses fruits consommés, crus ou cuits, comme légumes.