Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pansen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pansen (Duits) in het Zweeds

Pansen:

Pansen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pansen (Bauch; Speckbauch; Balg; Wanst)
    våm
    • våm zelfstandig naamwoord
  2. der Pansen
    mage; kula
    • mage [-en] zelfstandig naamwoord
    • kula [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Pansen (Bäuche; Speckbäuche)
    ölmage
    • ölmage [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pansen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kula Pansen Baracke; Bruchbude; Hütte; Knorren; Kugel
mage Pansen Bauch; Hinterleib; Magen
våm Balg; Bauch; Pansen; Speckbauch; Wanst
ölmage Bäuche; Pansen; Speckbäuche Bierbauch

Wiktionary: Pansen

Pansen
noun
  1. erster Abschnitt des Magens (genauer: erster Vormagen) bei Wiederkäuern

Cross Translation:
FromToVia
Pansen våm paunch — first stomach of ruminant; rumen
Pansen våm rumen — first stomach of ruminants