Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ortung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ortung (Duits) in het Zweeds

Ortung:

Ortung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ortung (Ortsbestimmung; Stelle; Lage; Ort)
    läge; orientering; belägenhet
  2. die Ortung (Aufenthaltsort)
    plats
    • plats [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ortung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägenhet Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle
läge Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Drehort; Lage; Lokation; Modus; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand
orientering Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Ausrichtung; Orientierung; Orientierungssinn; Seitenausrichtung
plats Aufenthaltsort; Ortung Drehort; Lagerplatz; Lokation; Ort; Platz; Standort; Stelle