Duits

Uitgebreide vertaling voor Ort (Duits) in het Zweeds

Ort:

Ort [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ort (Platz; Stelle; Standort)
    plats; ort
    • plats [-en] zelfstandig naamwoord
    • ort [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Ort (Dorf; Flecken; Weiler)
    by; liten stad; liten ort
  3. der Ort (Provinz; Bezirk; Region; )
    provins; landskap; län; region; zon; distrikt
    • provins [-en] zelfstandig naamwoord
    • landskap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • län [-ett] zelfstandig naamwoord
    • region [-en] zelfstandig naamwoord
    • zon [-en] zelfstandig naamwoord
    • distrikt [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. der Ort (Nest; Loch; Dorf; Platz)
    liten by
  5. der Ort (Ortsbestimmung; Stelle; Lage; Ortung)
    läge; orientering; belägenhet
  6. der Ort
    plats
    • plats [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägenhet Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle
by Dorf; Flecken; Ort; Weiler Fallwind; Windstoß
distrikt Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Distrikt; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Kanton; Region; Stadtbezirk; Stadtteil; Umgebung; Umkreis; Viertel; Vorgelände; Zone
landskap Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Land; Landschaft
liten by Dorf; Loch; Nest; Ort; Platz
liten ort Dorf; Flecken; Ort; Weiler
liten stad Dorf; Flecken; Ort; Weiler
läge Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Drehort; Lage; Lokation; Modus; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand
län Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Dächer; Schutzdächer; Überdachungen
orientering Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Ausrichtung; Orientierung; Orientierungssinn; Seitenausrichtung
ort Ort; Platz; Standort; Stelle
plats Ort; Platz; Standort; Stelle Aufenthaltsort; Drehort; Lagerplatz; Lokation; Ortung; Standort
provins Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Provinz
region Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Fläche; Gau; Gebiet; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Kanton; Klimagürtel; Provinz; Region; Stadtbezirk; Stadtteil; Umgebung; Umkreis; Viertel; Zone
zon Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Klimagürtel; Region; Stadtbezirk; Stadtteil; Umgebung; Umkreis; Viertel; Zone

Synoniemen voor "Ort":


Wiktionary: Ort

Ort
noun
  1. im Bergbau die Stelle, wo abbauen wird, das Ende des Stollens vor Ort
  2. Plural 2: Spitze einer Blankwaffe
  3. auch (n): Schuhmacherwerkzeug: Ahle, Pfriem
  4. Plural 2, Astronomie: Bezeichnung der Stelle eines Gestirns am Firmament
  5. Architektur, kurz für: Ortgang, die giebelseitige Begrenzung eines Daches
  6. Plural 1: geografisch definierte Siedlung
  7. Plural 1: die Bevölkerung von [2]
  8. Plural 1, auch (n): Schweizer Kanton
  9. lokalisierbarer, begrenzter Platz, definierte Stelle (punktförmig oder ausgedehnt) auf einer Fläche oder im Raum

Cross Translation:
FromToVia
Ort läge; plats location — place
Ort plats; placering; post; säte; ställe place — location, position
Ort plats spot — location or area
Ort stad; tätort town — settlement
Ort annanstans; annorstädes ailleurs — En un autre lieu. (Sens général).
Ort stad citéville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance.
Ort ställe; plats; ort endroit — Partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
Ort ort lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
Ort by; köping; ort localitélieu habité.
Ort by village — Groupe d’habitations rurales
Ort stad ville — Zone urbaine fortement peuplée dans laquelle se concentre la majorité des activités humaines d’un pays

Verwante vertalingen van Ort