Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Orgasmus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Orgasmus (Duits) in het Zweeds

Orgasmus:

Orgasmus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Orgasmus (Höhepunkt)
    höjdpunkt; orgasm; klimax
    • höjdpunkt [-en] zelfstandig naamwoord
    • orgasm [-en] zelfstandig naamwoord
    • klimax [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Orgasmus (Klimax; Höhepunkt)
    spets; höjdpunkt; topp; klimax
    • spets [-en] zelfstandig naamwoord
    • höjdpunkt [-en] zelfstandig naamwoord
    • topp zelfstandig naamwoord
    • klimax [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Orgasmus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
höjdpunkt Höhepunkt; Klimax; Orgasmus Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Spitze; Spitzenzeit; Stoßzeit; Zenit; hoher Festtag; höchster Punkt
klimax Höhepunkt; Klimax; Orgasmus
orgasm Höhepunkt; Orgasmus
spets Höhepunkt; Klimax; Orgasmus Berggipfel; Besatz; Beschlag; Borte; Fransenborte; Gipfel; Gipfelpunkt; Hecht; Höchsterreichbare; Kante; Krempe; Leiste; Pointe; Rand; Saum; Speerspitze; Spitz; Spitze; Spitzenarbeit; Spitzenkante; Spitzenklöppelei; Streifen; Tresse; Vorhut; Zentrumspitze
topp Höhepunkt; Klimax; Orgasmus Berggipfel; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Spitze; Zentrumspitze
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spets aus Spitze

Synoniemen voor "Orgasmus":


Wiktionary: Orgasmus

Orgasmus
noun
  1. Sexualität: Höhepunkt der sexuellen Lust beim Geschlechtsverkehr, beim Masturbieren oder bei anderen sexuellen Handlungen

Cross Translation:
FromToVia
Orgasmus orgasm orgasm — the peak of sexual pleasure