Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Orange:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Orange (Duits) in het Zweeds

Orange:

Orange [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Orange (Apfelsine)
    apelsin
    • apelsin [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Orange:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apelsin Apfelsine; Orange
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apelsin orange

Synoniemen voor "Orange":


Wiktionary: Orange

Orange
noun
  1. Farbe zwischen Gelb und Rot
  2. süßliche, orangefarbene Zitrusfrucht

Cross Translation:
FromToVia
Orange apelsin orange — fruit
Orange orange; brandgul orange — colour
Orange apelsin orange — Fruit de l’oranger
Orange orange orangecouleur tertiaire dans les deux systèmes (soustractif et additif), composer à partir du rouge et du jaune.