Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Oberbefehl:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Oberbefehl (Duits) in het Zweeds

Oberbefehl:

Oberbefehl [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Oberbefehl (Oberkommando)
    överbefallning
  2. der Oberbefehl (Kommando)
    befallning; kommendering

Vertaal Matrix voor Oberbefehl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befallning Kommando; Oberbefehl Anweisung; Auftrag; Befehl; Dienstbefehl; Dienstliche Anweisungen; Erlaß; Gebot; Heeresbefehl; Instruktion; Kommando; Schreiben; Weisung; Zwangsbefehl; militärischer Befehl
kommendering Kommando; Oberbefehl
överbefallning Oberbefehl; Oberkommando