Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Nickerchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nickerchen (Duits) in het Zweeds

Nickerchen:

Nickerchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Nickerchen (Halbschlaf)
    munk bakelse
  2. Nickerchen (Schläfchen)
    tupplur
    • tupplur [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Nickerchen (Mittagsruhe; Siesta; Schläfchen)
    eftermiddags vila; siesta
  4. Nickerchen (Dösen; Schläfchen)
    tupplur; slummer
    • tupplur [-en] zelfstandig naamwoord
    • slummer [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nickerchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eftermiddags vila Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta
munk bakelse Halbschlaf; Nickerchen
siesta Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta Mittagsschläfchen
slummer Dösen; Nickerchen; Schläfchen Schlummer
tupplur Dösen; Nickerchen; Schläfchen

Synoniemen voor "Nickerchen":


Wiktionary: Nickerchen

Nickerchen
noun
  1. kurzer Schlaf während des Tages

Cross Translation:
FromToVia
Nickerchen tupplur nap — a short period of sleep, especially during the day
Nickerchen tupplur snooze — A period of sleep; a nap

Verwante vertalingen van Nickerchen