Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Netz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Netz (Duits) in het Zweeds

Netz:

Netz [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Netz (Fangnetz; Geflecht)
    nätverke
  2. Netz (Netzwerk)

Vertaal Matrix voor Netz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nätverke Fangnetz; Geflecht; Netz
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
nätverk Netz; Netzwerk Netzwerk

Synoniemen voor "Netz":


Wiktionary: Netz

Netz
noun
  1. großmaschiges Gebilde
  2. übertragen: Strukturen ähnlich [1]
  3. weltweites, öffentliches Computernetzwerk

Cross Translation:
FromToVia
Netz nät net — mesh of string, cord or rope
Netz nät net — device for catching fish, butterflies etc.
Netz nät net — interconnecting system
Netz nät filet — Maillage destiné à empêcher le passage
Netz nät; nätverk réseauensemble d’objets ou de personnes connectés ou maintenus en liaison.