Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Monatsbinde:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Monatsbinde (Duits) in het Zweeds

Monatsbinde:

Monatsbinde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Monatsbinde (Damenbinde)
    binda; sanitetsbinda

Vertaal Matrix voor Monatsbinde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binda Damenbinde; Monatsbinde Wickel; Wickelbinde
sanitetsbinda Damenbinde; Monatsbinde
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binda anbinden; anknöpfen; anlegen; befestigen; binden; fesseln; festbinden; festknöpfen; festknüpfen; festlegen; festmachen; festschnallen; festzurren; ketten; knebeln; ködern; mit der Schlinge fangen; schnüren; verknoten; vertäuen; zurren; zusammenbinden