Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Metier:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Metier (Duits) in het Zweeds

Metier:

Metier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Metier (Fach; Beruf; Branche)
    yrkestillhörighet; yrke

Vertaal Matrix voor Metier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
yrke Beruf; Branche; Fach; Metier Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Job; Kaufhandel; Wirtschaft
yrkestillhörighet Beruf; Branche; Fach; Metier

Synoniemen voor "Metier":


Wiktionary: Metier

Metier
noun
  1. Arbeitsbereich, den jemand erlernt hat

Cross Translation:
FromToVia
Metier kall métier — activity that is pursued as a trade or profession; a calling
Metier styrka métier — activity to which a person is particularly suited; a forte