Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Maulschelle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Maulschelle (Duits) in het Zweeds

Maulschelle:

Maulschelle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Maulschelle (Ohrfeige)
    örfil; slag i ansiktet
  2. die Maulschelle (Ohrfeige)
    örfil
    • örfil [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Maulschelle (Hieb; Schlag; Puff; )
    stöt; duns; slag; knuff; örfil
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • duns [-en] zelfstandig naamwoord
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knuff [-en] zelfstandig naamwoord
    • örfil [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Maulschelle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duns Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß
knuff Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Hieb; Klaps; Puff; Rrring!; Staudruck; anstupsen
slag Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Anprall; Anstoß; Aufschlag; Bums; Büschel; Dübel; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Hiebe; Klaps; Naturbezüge; Ohrfeige; Puff; Revers; Schlag; Schlagen; Schläge; Schocks; Schubs; Stoß; Zusammenstoß; derber Schlag; leichter Schlag; leichter Stoß
slag i ansiktet Maulschelle; Ohrfeige Stichelei
stöt Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Anprall; Anstoß; Bums; Hieb; Holpern; Klaps; Knall; Krach; Puff; Schlag; Staudruck; Stoß; Stoßen; Zusammenstoß; leichter Stoß
örfil Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Hieb; Klaps; Ohrfeige; Schlag
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stöt Anprall

Synoniemen voor "Maulschelle":

  • Backpfeife; Fotze; Klatsche; Knallschote; Ohrfeige; Tätschen; Watsche; Watschen

Wiktionary: Maulschelle

Maulschelle
noun
  1. regional umgangssprachlich für: Ohrfeige, ein von der Seite geführter Schlag mit der flachen Hand ins Gesicht einer anderen Person

Cross Translation:
FromToVia
Maulschelle örfil cuff on the ear — smack on the side of the head