Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Mandel

Vertaal Mandel van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Mandel:
- tonsill; halsmandel
Wiktionary:
- Mandel → mandel, mandelträd
- Mandel → mandel, tonsill, halsmandel, mandelträd

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mandel (Duits) in het Zweeds

Mandel:

Mandel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Mandel (Gaumenmandel; Tonsille)
tonsill; halsmandel
- tonsill zelfstandig naamwoord
- halsmandel zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mandel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
halsmandel	Gaumenmandel; Mandel; Tonsille
tonsill	Gaumenmandel; Mandel; Tonsille

Wiktionary: Mandel

Mandel

noun

Anatomie: Lymphknoten am Übergang von der Mundhöhle zum Rachen
- Mandel → mandel
Botanik: der Baum, an dem ^[1] wächst (Prunus dulcis)
- Mandel → mandelträd; mandel
Botanik: der essbare Same einer ungenießbaren Steinfrucht
- Mandel → mandel

Cross Translation:

From	To	Via
• Mandel	→ mandel	↔ almond — nut
• Mandel	→ tonsill; halsmandel	↔ tonsil — palatine tonsil
• Mandel	→ mandelträd	↔ amandelboom — plantkunde\|nld species\|Prunus dulcis komt van de rozenfamilie en is een kleine loofboom met als vrucht de amandel
• Mandel	→ mandel	↔ amande — fruit de l’amandier enfermer dans une coque de goût plus ou moins amer suivant les espèces, de forme oblongue, recouvrir d’une écale verte.
• Mandel	→ mandelträd	↔ amandier — arbre de la famille des rosacé, qui porter les amandes.