Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Makler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Makler (Duits) in het Zweeds

Makler:

Makler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Makler (Hausmakler)
    husmäklare

Vertaal Matrix voor Makler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
husmäklare Hausmakler; Makler

Synoniemen voor "Makler":


Wiktionary: Makler

Makler
noun
  1. Vermittler von Vertragsgegenstand

Cross Translation:
FromToVia
Makler agent; mäklare représentant — Celui, celle qui en représenter un autre, qui tenir sa place, qui recevoir de lui des pouvoirs pour agir en son nom.