Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Maßstab:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Maßstab (Duits) in het Zweeds

Maßstab:

Maßstab [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Maßstab (Kriterium)
    kriterium; rättesnöre; norm
  2. der Maßstab (Niveau; Stufe; Plan; )
    nivå
    • nivå [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Maßstab (Voraussetzung; Kriterium; Bedingung; )
    villkor; kriterium

Vertaal Matrix voor Maßstab:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kriterium Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt
nivå Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Dimensionsebene; Ebene; Grad; Gradation; Klasse; Niveau; Rang; Staffel; Staffelstellung; Stellung
norm Kriterium; Maßstab Norm; Standard; Standarte
rättesnöre Kriterium; Maßstab Kompaß
villkor Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt Bedingung; Bedingungen; Besaitung; Erfordernis; Forderung; Konditionen; Voraussetzung

Synoniemen voor "Maßstab":


Wiktionary: Maßstab

Maßstab
noun
  1. Anspruch an die Moral oder Sitte
  2. Werkzeug zur Längenmessung
  3. Verhältnis einer grafischen Darstellung zur Realität

Cross Translation:
FromToVia
Maßstab måttstock; skala scale — ratio of distances
Maßstab stege échelledispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.

Computer vertaling door derden: