Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Lethargie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lethargie (Duits) in het Zweeds

Lethargie:

Lethargie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lethargie (Trägheit; Langsamkeit)
    tröghet; långsamhet; letargi
  2. die Lethargie (Langsamkeit; Faulheit; Trägheit; )
    långsamhet

Vertaal Matrix voor Lethargie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
letargi Langsamkeit; Lethargie; Trägheit Energielosigkeit; Kraftlosigkeit; Lethargien; Schlaffheit; Schlafsucht; Schlafsüchte
långsamhet Faulenzer; Faulheit; Flegelhaftigkeit; Grobheit; Klobigkeit; Langsamkeit; Laschheit; Lauheit; Laxheit; Lethargie; Mattigkeit; Plumpheit; Schlafsucht; Schlafsüchte; Schlappheit; Schwerfälligkeit; Trägheit
tröghet Langsamkeit; Lethargie; Trägheit

Synoniemen voor "Lethargie":


Wiktionary: Lethargie

Lethargie
noun
  1. Zustand der Trägheit, Teilnahmslosigkeit und Interesselosigkeit
  2. Medizin: krankhafte Schlafsucht, Narkolepsie