Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Leinen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leinen (Duits) in het Zweeds

Leinen:

Leinen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Leinen (Bettlaken; Bettwäsche; Bettlinnen; )
    lakan
    • lakan [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Leinen (Bettlaken; Bettleinen)
    sängkläder

Vertaal Matrix voor Leinen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lakan Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche
sängkläder Bettlaken; Bettleinen; Leinen Bettwäsche

Synoniemen voor "Leinen":

  • Betttuch; Laken

Wiktionary: Leinen

Leinen
noun
  1. eine Art des Bucheinbandes aus solchem Stoff
  2. eine Gewebeart, die durch die einfache Leinwandbindung von Kette und Schuss charakterisiert ist
  3. das Gewebe aus dieser Faser: als Halbleinen mit Anteil von Flachsfasern und als Vollleinen, falls 100-prozentig Flachs genutzt wurde
  4. die aus der Flachspflanze gewonnene Flachsfaser
    • Leinenlin

Cross Translation:
FromToVia
Leinen lin flax — the fibers
Leinen linne linen — material

Verwante vertalingen van Leinen