Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Leibchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leibchen (Duits) in het Zweeds

Leibchen:

Leibchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Leibchen (Schnürleibchen)
    klänningsliv
  2. Leibchen (Korsett; Mieder; Schnürleibchen)
    livstycke; midjekorsett

Vertaal Matrix voor Leibchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klänningsliv Leibchen; Schnürleibchen
livstycke Korsett; Leibchen; Mieder; Schnürleibchen
midjekorsett Korsett; Leibchen; Mieder; Schnürleibchen

Wiktionary: Leibchen

Leibchen
noun
  1. Bezeichnung für verschiedene ärmellose Kleidungsstücke