Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Leblosigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leblosigkeit (Duits) in het Zweeds

Leblosigkeit:

Leblosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Leblosigkeit
    livlös

Vertaal Matrix voor Leblosigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
livlös Leblosigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
livlös arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; leblos; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig; unanimiert; uninteressiert