Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Laden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Laden (Duits) in het Zweeds

Laden:

Laden [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Laden (Geschäft; Handelsbetrieb)
    arbetet
  2. der Laden
    affär; butik; bod
    • affär [-en] zelfstandig naamwoord
    • butik [-en] zelfstandig naamwoord
    • bod [-en] zelfstandig naamwoord

Laden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Laden
    laddande

Vertaal Matrix voor Laden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affär Laden Affäre; Angelegenheit; Frage; Geschäft; Geschäfte; Handel; Sache; Transaktion; Verkauf; Vertrieb
arbetet Geschäft; Handelsbetrieb; Laden
bod Laden Schirmdach; Schutzdach; Vordach
butik Laden
laddande Laden

Synoniemen voor "Laden":


Wiktionary: Laden

Laden
noun
  1. Munition in eine Waffe geben
  2. Kurzform von Beladen oder Aufladen
  3. Aufladen von Akkumulatoren

Cross Translation:
FromToVia
Laden sylta; hak joint — business
Laden magasin; affär; butik; kiosk shop — establishment that sells goods
Laden affär; butik; handelsbod boutiquemagasin, partie de façade du rez-de-chaussée d’une maison consacrée à un commerce de détail ou, à la fois, à la fabrication et à la vente.
Laden affär; butik; handelsbod magasin — commerce|nocat=1 boutique plus ou moins considérable, où l’on vendre des marchandises, en gros ou au détail.

Verwante vertalingen van Laden