Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kursus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kursus (Duits) in het Zweeds

Kursus:

Kursus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kursus (Kurs; Studium; Lehrgang)
    studie; kurs
    • studie [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kurs [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kursus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kurs Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Aktienkurs; Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Erfahrung; Fahrt; Fransenborte; Gastspielreise; Geldpreis; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Kurs; Kursnotierung; Lehre; Leitung; Notiz; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Seite; Spazierfahrt; Unterricht; Verwaltung
studie Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Studie; Übungsstück

Synoniemen voor "Kursus":