Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Krakeel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krakeel (Duits) in het Zweeds

Krakeel:

Krakeel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Krakeel
    bråk; tjafs; krakel
    • bråk [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tjafs [-ett] zelfstandig naamwoord
    • krakel zelfstandig naamwoord
  2. der Krakeel (Haarspalterei; Streit)
    gräl; dispyt
    • gräl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dispyt [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krakeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bråk Krakeel Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gedränge; Geschäftigkeit; Getreibe; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Handgemenge; Hektik; Krach; Lärm; Radau; Rauferei; Schlägerei; Treiben; Trubel; Tumult
dispyt Haarspalterei; Krakeel; Streit Abstreiten; Anfechten; Angreifen; Auseinandersetzung; Differenz; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Zank
gräl Haarspalterei; Krakeel; Streit Auseinandersetzung; Differenz; Kräche; Meinungsverschiedenheit; Steitigkeiten; Streitereien; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Wortstreit; Zank
krakel Krakeel
tjafs Krakeel Betrieb; Getreibe; Gewirr; Herumkramen; Trubel; Tumult

Wiktionary: Krakeel


Cross Translation:
FromToVia
Krakeel oväsen row — continual loud noise