Krachmacher in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krachmacher (Duits) in het Zweeds

der Krachmacher (Anstifter; Rädelsführer; Anführer; Rüpel; Anführerin; Lärmmacher)
anstiftare
- anstiftare [-en] zelfstandig naamwoord
der Krachmacher (Streithahn; Querulant)
bråkmakare; grälmakare
- bråkmakare [-en] zelfstandig naamwoord
- grälmakare zelfstandig naamwoord
der Krachmacher
grälsjuk person
- grälsjuk person zelfstandig naamwoord
der Krachmacher (Rüpel; Lärmmacher)
råskinn; bråkmakare
- råskinn [-ett] zelfstandig naamwoord
- bråkmakare [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anstiftare	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel	Anführer; Anreger; Anstifter; Aufhetzer; Aufwiegler; Draufgänger; Gründer; Initiator; Rädelsführer; Stifter; Urheber
bråkmakare	Krachmacher; Lärmmacher; Querulant; Rüpel; Streithahn	Aufhetzer; Aufhetzerin; Aufschneider; Halbstarke; Kampfhahn; Lärmmacher; Rabatzmacher; Rabauke; Sprücheklopfer; Streithahn; Stänker; Störenfried; Unruhestifter; Wichtigtuer; streitsüchtigePerson
grälmakare	Krachmacher; Querulant; Streithahn
grälsjuk person	Krachmacher
råskinn	Krachmacher; Lärmmacher; Rüpel	Halbstarke; Rohling; Schlägerbande; Schlägertrupp; Wüterich