Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kontur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kontur (Duits) in het Zweeds

Kontur:

Kontur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kontur (Umriß; Umkreis)
    kontur; ytterlinje
  2. die Kontur (Form; Umriß)
    kontur
    • kontur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kontur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontur Form; Kontur; Umkreis; Umriß Abzeichnen; Zeichnung
ytterlinje Kontur; Umkreis; Umriß

Synoniemen voor "Kontur":


Wiktionary: Kontur

Kontur
noun
  1. meist Plural, auch übertragen: ein durch Kontrast oder meist Linien erzielter Umriss eines Körpers

Cross Translation:
FromToVia
Kontur kontur; kantlinje outline — line marking the boundary of an object figure
Kontur omkrets; ytterlinje; kontur contourlimite externe de la surface d’un corps, surtout en parlant des objets arrondis.