Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Kocher:
-
Wiktionary:
- Kocher → kokplatta, campingkök, stormkök
Duits
Uitgebreide vertaling voor Kocher (Duits) in het Zweeds
Kocher:
-
der Kocher (Wasserkocher)
-
der Kocher (Wasserkocher)
vattenboilers-
vattenboilers zelfstandig naamwoord
-
-
der Kocher (Kochkessel; Kessel)
Vertaal Matrix voor Kocher:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kastrull | Kessel; Kocher; Kochkessel | Kochtopf; Schmortopf; Siedepfanne; Stielpfanne; Topf |
kittel | Kessel; Kocher; Kochkessel | Juckreiz; Kitzel; Kribbel |
vattenboilers | Kocher; Wasserkocher | |
vattenkokare | Kocher; Wasserkocher | Heißwasserboiler; Heißwasserspeicher; Wasserkessel |
ångpanna | Kocher; Wasserkocher | Dampfkessel |
Wiktionary: Kocher
Kocher
noun
-
kleines Gerät zum Kochen und Erhitzen von Speisen
- Kocher → kokplatta; campingkök; stormkök