Duits
Uitgebreide vertaling voor Knurren (Duits) in het Zweeds
Knurren:
-
der Knurren (Grummen)
-
Knurren
-
Knurren (Grollen)
Vertaal Matrix voor Knurren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dån | Grollen; Knurren | Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne |
knorra | Knurren | |
knorrande | Grummen; Knurren | |
morrande | Grummen; Knurren | Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen |
mullrande | Grollen; Knurren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knorra | ausschimpfen; beschimpfen; brodeln; brummeln; brummen; brutzeln; grunzen; gurren; knurren; meckern; murren; nörgeln; schelten; schieben; schimpfen; schnurren; schwirren; spucken; stottern; summen; surren; wettern; über etwas meckern |
Synoniemen voor "Knurren":
Computer vertaling door derden: