Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Knacker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knacker (Duits) in het Zweeds

Knacker:

Knacker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knacker (Hausbesetzer)
    snyltgäst

Vertaal Matrix voor Knacker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snyltgäst Hausbesetzer; Knacker

Synoniemen voor "Knacker":


Wiktionary: Knacker


Cross Translation:
FromToVia
Knacker gubbe geezer — an old person