Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kleingeld:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kleingeld (Duits) in het Zweeds

Kleingeld:

Kleingeld [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kleingeld (Wechselgeld)
    byta
    • byta zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kleingeld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byta Kleingeld; Wechselgeld Tauschen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byta abwechseln; austauschen; auswechseln; einen anderen Gang einlegen; einlösen; eintauschen; einwechseln; konvertieren; schalten; tauschen; umtauschen; umwandeln; umwechseln; umändern; vertauschen; verwechseln; verändern; wechseln

Synoniemen voor "Kleingeld":


Wiktionary: Kleingeld

Kleingeld
noun
  1. Geldstück beziehungsweise Münzgeld von geringem Wert