Duits

Uitgebreide vertaling voor Kleider (Duits) in het Zweeds

Kleider:

Kleider [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kleider (Kleidung; Bekleidung)
    kostym; kläder; plagg
    • kostym [-en] zelfstandig naamwoord
    • kläder zelfstandig naamwoord
    • plagg [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Kleider
    klänningar; dräkter
  3. Kleider (Wäsche; Kleidung)
    tvättning

Kleider [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kleider (Kleidung; Ausstattung; Ausstaffierung; Zeug; Bekleidung)
    kläder; klädslar; utstyrslar
  2. die Kleider (Kleidung; Zeug)
    grejor; kläder

Vertaal Matrix voor Kleider:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dräkter Kleider
grejor Kleider; Kleidung; Zeug Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug
kläder Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug Kledage; Kleid; Kleidchen; Kleiderchen; Kleidung; Tücher
klädslar Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug
klänningar Kleider
kostym Bekleidung; Kleider; Kleidung Anzug; Aufmachung; Kleidung; Kostüm; Sakkoanzug; Smoking
plagg Bekleidung; Kleider; Kleidung
tvättning Kleider; Kleidung; Wäsche
utstyrslar Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug

Synoniemen voor "Kleider":