Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kernkraft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kernkraft (Duits) in het Zweeds

Kernkraft:

Kernkraft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kernkraft (Kernenergie; Atomenergie; Atomkraft)
    kärnkraft; atomenergi

Vertaal Matrix voor Kernkraft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atomenergi Atomenergie; Atomkraft; Kernenergie; Kernkraft
kärnkraft Atomenergie; Atomkraft; Kernenergie; Kernkraft

Synoniemen voor "Kernkraft":


Wiktionary: Kernkraft

Kernkraft
noun
  1. Physik, Plural: Kräfte im Atomkern
  2. nur Singular: die Erzeugung von Energie durch die Freisetzung der im Atomkern befindlichen Energie