Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Keil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Keil (Duits) in het Zweeds

Keil:

Keil [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Keil
    klädhängare; hängare
  2. der Keil (Sicherungsschraube)
    säkerhets pegg
  3. der Keil (Bolz; Stift; Zapfen; )
    pinne; sprint; plugg; bult; tapp
    • pinne [-en] zelfstandig naamwoord
    • sprint [-en] zelfstandig naamwoord
    • plugg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bult [-en] zelfstandig naamwoord
    • tapp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Keil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bult Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Riegel; Stiftschraube; Türriegel; Überrollbügel
hängare Keil Aufhänger; Haken
klädhängare Keil Aufhänger
pinne Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Anstecknadel; Haarnadel; Haken; Nadel; Spange; Stecknadel; kleine Nadel
plugg Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen
sprint Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Splint; sprint
säkerhets pegg Keil; Sicherungsschraube
tapp Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen

Synoniemen voor "Keil":


Wiktionary: Keil

Keil
noun
  1. in einem Kleidungsstück einnähenes dreieckiges Stück Stoff
  2. Werkzeug in spitz zulaufender Form zum Spalten von Materialien
  3. spitz zulaufender Gegenstand aus festem Material in Form eines Prismas mit dreieckiger Grundfläche

Cross Translation:
FromToVia
Keil kil wedge — simple machine