Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kehle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kehle (Duits) in het Zweeds

Kehle:

Kehle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kehle (Schlund; Hals; Rachen; Gurgel)
    strupe
    • strupe [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kehle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strupe Gurgel; Hals; Kehle; Rachen; Schlund Halsader; Halsschlagader

Synoniemen voor "Kehle":


Wiktionary: Kehle

Kehle
noun
  1. negative Ausrundung einer Kante (Hohlkehle)
  2. Bauwesen: rückseitiger Teil eines Festungswerkes
  3. Anatomie: Teil des Halses vor der Wirbelsäule
  4. Bauwesen: Kante am Dach, an der zwei Dachflächen aufeinander treffen, die zusammen eine Innenecke bilden

Cross Translation:
FromToVia
Kehle hals; strupe throat — front part of the neck
Kehle hals throat — gullet or windpipe
Kehle strupe gorge — anatomie|nocat=1 Partie antérieure du cou.

Verwante vertalingen van Kehle