Duits
Uitgebreide vertaling voor Kassenbon (Duits) in het Zweeds
Kassenbon:
-
der Kassenbon (Kassenschein; Quittung)
kassakvitto-
kassakvitto zelfstandig naamwoord
-
-
der Kassenbon (Quittung; Beleg; Kassenschein; Empfangsschein)
-
der Kassenbon (Quittung; Beleg; Empfangsschein; Kassenschein)
-
der Kassenbon (Empfangsschein; Lieferschein; Überweisungsschein; Schein; Zettel; Abschnitt; Kassenschein)
Vertaal Matrix voor Kassenbon:
Synoniemen voor "Kassenbon":
Computer vertaling door derden: