Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Junker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Junker (Duits) in het Zweeds

Junker:

Junker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Junker (Jüngling; jungeMann; Bursche)
    pojke; grabb; gosse
    • pojke [-en] zelfstandig naamwoord
    • grabb [-en] zelfstandig naamwoord
    • gosse [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Junker (Freiherr; Landjunker)
    adelsman
  3. der Junker (Landjunker)
    lantjunkare; godsägare

Vertaal Matrix voor Junker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelsman Freiherr; Junker; Landjunker
godsägare Junker; Landjunker Großbauer
gosse Bursche; Junker; Jüngling; jungeMann Bube; Bursche; Freundin; Geliebte; Genossin; Herzfreundin; Kauz; Kerlchen; Knirps; Liebste; Vogel
grabb Bursche; Junker; Jüngling; jungeMann Gör; Herr; Kauz; Kerl; Kerlchen; Mann; Subjekt; Typ; Vogel
lantjunkare Junker; Landjunker
pojke Bursche; Junker; Jüngling; jungeMann Herr; Subjekt

Synoniemen voor "Junker":


Wiktionary: Junker

Junker
noun
  1. ursprünglich: ein junger Landadliger oder ein adliger Gutsbesitzer