Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Jalousie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Jalousie (Duits) in het Zweeds

Jalousie:

Jalousie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Jalousie (Mißgunst; Eifersucht; Neid)
    avundsjuka; avund; missunnsamhet
  2. die Jalousie (Fensterladen; Rolladen)
    rullgardin; spjäljalusi; fönsterlucka

Vertaal Matrix voor Jalousie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avund Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid Haß; Nachtragendheit; Neid; Ressentiment
avundsjuka Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid Eifersucht; Mißgunst; Neid
fönsterlucka Fensterladen; Jalousie; Rolladen Luke; Schließer
missunnsamhet Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid
rullgardin Fensterladen; Jalousie; Rolladen Rollo; Rollvorhang
spjäljalusi Fensterladen; Jalousie; Rolladen

Synoniemen voor "Jalousie":


Wiktionary: Jalousie

Jalousie
noun
  1. Sichtschutz bei Fenstern mit Lamellen aus Aluminium oder Kunststoff

Cross Translation:
FromToVia
Jalousie persienn Venetian blind — blind consisting of overlapping horizontal slats
Jalousie persienn; gardin; rullgardin; jalousi; markis blind — covering for a window