Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Intervall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Intervall (Duits) in het Zweeds

Intervall:

Intervall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Intervall
    intervall

Vertaal Matrix voor Intervall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervall Intervall Bereich; Interval; Spanne; Spielzeit; Tonabstand

Synoniemen voor "Intervall":


Wiktionary: Intervall

Intervall
noun
  1. regelmäßiger, zeitlicher Abstand
  2. Mathematik: begrenzter Zahlenbereich
  3. Musik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton

Cross Translation:
FromToVia
Intervall fönster window — period of time
Intervall intervall intervalledistance d’un lieu à un autre.