Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Interrupt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Interrupt (Duits) in het Zweeds

Interrupt:

Interrupt

  1. Interrupt (IRQ; Interruptanforderung)
    avbrott; avbrottsbegäran; IRQ

Vertaal Matrix voor Interrupt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbrott IRQ; Interrupt; Interruptanforderung Arbeitspause; Ausspannung; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Entspannung; Erholung; Essenszeit; Fall; Interruption; Mittagspause; Parlamentsferien; Pause; Ruhepause; Spielzeit; Störung; Unterbrechung; Verderben; Verzicht
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
IRQ IRQ; Interrupt; Interruptanforderung
avbrottsbegäran IRQ; Interrupt; Interruptanforderung

Wiktionary: Interrupt

Interrupt
noun
  1. Informatik: kurzfristige Unterbrechung (eines Programms) durch ein Signal einer Hardwarekomponente, zum Beispiel der Festplatte

Computer vertaling door derden: