Duits
Uitgebreide vertaling voor Honorar (Duits) in het Zweeds
Honorar:
-
Honorar (Belohnung; Lohn; Gehalt; Bezahlung; Verdienst; Entgeld; Gage; Einkommen; Besoldung; Einkünfte)
-
Honorar (Vergütungen; Entgeld; Entschädigung)
återbetalningar; gottgörelser-
återbetalningar zelfstandig naamwoord
-
gottgörelser zelfstandig naamwoord
-
-
Honorar (Rückzahlung; Ausgleich; Vergütung; Schadenersatz; Gegenleistung; Rückerstattung; Begleichung; Kompensation; Schadenersätze; Schadensersätze)
ersättningar; kompenstioner; kompenseringar; gottgörelser; återbetalningar-
ersättningar zelfstandig naamwoord
-
kompenstioner zelfstandig naamwoord
-
kompenseringar zelfstandig naamwoord
-
gottgörelser zelfstandig naamwoord
-
återbetalningar zelfstandig naamwoord
-