Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Hecht

Vertaal Hecht van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Hecht:
- gädda
- spets; dyka; betjänt; lackej; uppassare; kammartjänare
Wiktionary:
- Hecht → häftig kille, gädda
- Hecht → gädda

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hecht (Duits) in het Zweeds

Hecht:

Hecht

Hecht
gädda
- gädda

Hecht [der ~] zelfstandig naamwoord

der Hecht
spets
- spets [-en] zelfstandig naamwoord
der Hecht (Hechtsprung)
dyka
- dyka zelfstandig naamwoord
der Hecht (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; Gestalt; Herr; Mann; Kerl; Diener; Knecht; Bediente; Stallknecht)
betjänt; lackej; uppassare; kammartjänare
- betjänt [-en] zelfstandig naamwoord
- lackej zelfstandig naamwoord
- uppassare [-en] zelfstandig naamwoord
- kammartjänare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hecht:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betjänt	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht	Bediente; Diener; Dienstbote; Dienstmädchen; Knecht; Stallknecht
dyka	Hecht; Hechtsprung
kammartjänare	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
lackej	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
spets	Hecht	Berggipfel; Besatz; Beschlag; Borte; Fransenborte; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Höhepunkt; Kante; Klimax; Krempe; Leiste; Orgasmus; Pointe; Rand; Saum; Speerspitze; Spitz; Spitze; Spitzenarbeit; Spitzenkante; Spitzenklöppelei; Streifen; Tresse; Vorhut; Zentrumspitze
uppassare	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht	Dienerin; Dienstmädchen; Gutsverwalter; Schekwirt; Vermögensverwalter; Verwalter; Wirt
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dyka		einsinken; eintauchen; ins Wasser tauchen; tauchen; vorübertauchen
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gädda	Hecht
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spets		aus Spitze

Synoniemen voor "Hecht":

Fisch

Wiktionary: Hecht

Hecht

noun

(umgangssprachlich) ein außergewöhnlicher Mann
- Hecht → häftig kille
Ichthyologie: länglicher Raubfisch des Süßwassers, mit langem Kopf und starken Zähnen
- Hecht → gädda

Cross Translation:

From	To	Via
• Hecht	→ gädda	↔ snoek — een roofvis die in zoete wateren voorkomt
• Hecht	→ gädda	↔ pike — any fish of the genus Esox
• Hecht	→ gädda	↔ brochet — poisson d’eau doux, au corps allonger et dont la bouche est garnir de dents nombreux, fortes et pointues (genre Esox).