Hauswirt in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hauswirt (Duits) in het Zweeds

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fastighetsskötare	Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer	Hausmeister
hyresvärd	Hauswirt; Vermieter; Wirt; Zimmervermieter	Verleier; Vermieter
vaktmästare	Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer	Aufseher; Concierges; Hausmeister; Ordner; Wächter; Wärter

Hauswirt

noun

der Eigentümer oder Besitzer eines Hauses, der Wohnungen in diesem Haus vermietet
- Hauswirt → värd; husvärd; hyresvärd

Cross Translation:

From	To	Via
• Hauswirt	→ hyresvärd	↔ landlord — person who owns and rents land such as a house, apartment, or condo