Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Haushaltung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Haushaltung (Duits) in het Zweeds

Haushaltung:

Haushaltung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Haushaltung (Haushalten)
    hushåll

Vertaal Matrix voor Haushaltung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hushåll Haushalten; Haushaltung Dynastie; Familie; Privathaushalt; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft

Synoniemen voor "Haushaltung":