Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Handtuch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handtuch (Duits) in het Zweeds

Handtuch:

Handtuch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Handtuch (Badetuch; Frottéehandtuch; Frottiertuch)
    handduk; frottéhandduk; badhandduk
  2. Handtuch
    handduk
    • handduk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Handtuch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badhandduk Badetuch; Frottiertuch; Frottéehandtuch; Handtuch Badetuch
frottéhandduk Badetuch; Frottiertuch; Frottéehandtuch; Handtuch
handduk Badetuch; Frottiertuch; Frottéehandtuch; Handtuch

Wiktionary: Handtuch

Handtuch
noun
  1. ein Stück Stoff, das zum Trockenreiben dient

Cross Translation:
FromToVia
Handtuch handduk towel — cloth used for wiping