Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Handelssprache:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handelssprache (Duits) in het Zweeds

Handelssprache:

Handelssprache [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Handelssprache
    affärsstil; affärsspråk
  2. die Handelssprache
    affärsspråk

Vertaal Matrix voor Handelssprache:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affärsspråk Handelssprache
affärsstil Handelssprache Geschäftsstil; kaufmännischer Stil

Wiktionary: Handelssprache

Handelssprache
noun
  1. Linguistik: „Varietät, die ... zur Kommunikation zwischen Sprechern [dient], die über keine gemeinsame Sprache verfügen; Pidginsprache, Kreolsprache, Lingua Franca, Internationale Sprache.“ Helmut Glück (Hrsg.), unter Mitarbeit von Friederike Schmöe: Metzler Lexikon Sprache. Dritte, neu
  2. Linguistik: Sprachformen einer Sprache, die für Zwecke des Handels dienen