Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hand in Hand gehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hand in Hand gehen (Duits) in het Zweeds

Hand in Hand gehen:

Hand in Hand gehen werkwoord

  1. Hand in Hand gehen (zusammengehen; sich verbinden; sich verknüpfen)
    sammankomma; gå ihop
    • sammankomma werkwoord (sammankomer, sammankom, sammankomit)
    • gå ihop werkwoord (går ihop, gick ihop, gått ihop)

Vertaal Matrix voor Hand in Hand gehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå ihop Zusammen kommen; Zusammen laufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå ihop Hand in Hand gehen; sich verbinden; sich verknüpfen; zusammengehen synchronisieren
sammankomma Hand in Hand gehen; sich verbinden; sich verknüpfen; zusammengehen

Verwante vertalingen van Hand in Hand gehen