Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Haltbarkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Haltbarkeit (Duits) in het Zweeds

Haltbarkeit:

Haltbarkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Haltbarkeit
    hållbart
  2. die Haltbarkeit
    hållbarhet
  3. die Haltbarkeit (Dauerhaftigkeit)
    liv; livslängd; hållbarhet
  4. die Haltbarkeit (Deutlichkeit der Argumente)
    försvarbarhet

Vertaal Matrix voor Haltbarkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försvarbarhet Deutlichkeit der Argumente; Haltbarkeit Wehrhaftigkeit
hållbarhet Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit Beständigkeit; Solidität; Stetigkeit; Tüchtigkeit
hållbart Haltbarkeit
liv Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit Betrieb; Dasein; Durcheinander; Existenz; Fortbestehen; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Gezänk; Klamauk; Leben; Lebenswandel; Rummel; Scherrerei; Sein; Tamtam; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
livslängd Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit Altertum; Antike; Lebensdauer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hållbart auszuhalten; dauerhaft; haltbar

Synoniemen voor "Haltbarkeit":


Wiktionary: Haltbarkeit


Cross Translation:
FromToVia
Haltbarkeit hållbarhet shelf life — the length of time a product will last without deteriorating

Computer vertaling door derden: