Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hag:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hag (Duits) in het Zweeds

Hag:

Hag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hag (Hecke; Zaun; Liguster; Spalier)
    häck; rad av buskar eller träd

Vertaal Matrix voor Hag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
häck Hag; Hecke; Liguster; Spalier; Zaun Hindernis; Hürde; Zäune
rad av buskar eller träd Hag; Hecke; Liguster; Spalier; Zaun

Wiktionary: Hag

Hag
noun
  1. eine Einfriedung aus Gebüsch oder eine Hecke

Cross Translation:
FromToVia
Hag staket fence — barrier