Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hörigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hörigkeit (Duits) in het Zweeds

Hörigkeit:

Hörigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hörigkeit
    slaveri; träldom
    • slaveri [-ett] zelfstandig naamwoord
    • träldom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hörigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slaveri Hörigkeit Abhängigkeit; Knechtschaft; Leibeigenschaft; Sklavenarbeit; Sklavenleben; Sklaverei
träldom Hörigkeit Abhängigkeit; Knechtschaft; Leibeigenschaft; Sklavenarbeit

Synoniemen voor "Hörigkeit":