Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hören:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hören (Duits) in het Zweeds

Hören:

Hören [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hören
    höra
    • höra [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Hören (Anhören)
    lystna
    • lystna zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hören:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
höra Hören
lystna Anhören; Hören
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
höra abhören; hinhören; horchen; hören; kontrollieren; nachprüfen; prüfen; schicken; testen; zuhören; überprüfen

Wiktionary: Hören


Cross Translation:
FromToVia
Hören hörsel hearing — sense used to perceive sound

Verwante vertalingen van Hören