Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Häuslichkeit

Vertaal Häuslichkeit van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Häuslichkeit:
- bekvämlighet; intimitet; hemtrevlighet; gemytlighet; sällskaplighet; huslighet; bekvämhet; angenämhet; trevlighet; behaglighet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Häuslichkeit (Duits) in het Zweeds

Häuslichkeit:

Häuslichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Häuslichkeit (Gemütlichkeit; Geselligkeit; Behaglichkeit; Intimität)
bekvämlighet; intimitet; hemtrevlighet; gemytlighet; sällskaplighet
- bekvämlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- intimitet [-en] zelfstandig naamwoord
- hemtrevlighet zelfstandig naamwoord
- gemytlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- sällskaplighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Häuslichkeit
huslighet
- huslighet zelfstandig naamwoord
die Häuslichkeit (Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit)
bekvämhet; angenämhet; trevlighet; behaglighet
- bekvämhet zelfstandig naamwoord
- angenämhet zelfstandig naamwoord
- trevlighet zelfstandig naamwoord
- behaglighet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Häuslichkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angenämhet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit
behaglighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit; Nachgiebigkeit
bekvämhet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit
bekvämlighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Einfachheit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Komfort; Leichtheit; Leichtigkeit
gemytlighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
hemtrevlighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
huslighet	Häuslichkeit
intimitet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
sällskaplighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
trevlighet	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit