Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Häufung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Häufung (Duits) in het Zweeds

Häufung:

Häufung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Häufung (Ansammlung; Haufen; Stoß; Masse; Menge)
    ansamling
  2. die Häufung (Stapel; Haufen; Ansammlung; )
    hög; trave
    • hög zelfstandig naamwoord
    • trave [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Häufung (Zusammenbringen; Sammlung; Ansammlung; Einsammlung; Haufen)
    lägga ihop; sammla ihop

Vertaal Matrix voor Häufung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansamling Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stoß Agglomoration; Anhäufen; Ansammeln; Kumulation
hög Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stapel; Stoß Grundsäule; Haufen; Heuschober; Pfahl; Rammpfahl; Terp; Warf; Wurte
lägga ihop Ansammlung; Einsammlung; Haufen; Häufung; Sammlung; Zusammenbringen
sammla ihop Ansammlung; Einsammlung; Haufen; Häufung; Sammlung; Zusammenbringen
trave Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stapel; Stoß Haufen; Heuschober
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga ihop bündeln; einsammeln; sammeln; sich solidarisieren; versammeln; zusammentragen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög geräuschvoll; groß; hoch; hochgelegen; hochgestellt; hochgewachsen; laut; lautstark; lärmend; schlank; stattlich

Synoniemen voor "Häufung":


Computer vertaling door derden: